Kennisbank

Op 17 november 2023 heeft de Hoge Raad een uitspraak gedaan met betrekking tot het afboeken van vakantiedagen van een werknemer die ziek is geworden en vervolgens met toestemming van de werkgever op vakantie gaat. Hier zijn de belangrijkste punten uit de uitspraak:

Achtergrond:
De werknemer, werkzaam bij DAF Trucks B.V., werd ziek maar vroeg toestemming aan de bedrijfsarts en leidinggevende om toch op vakantie te gaan. Deze vakantie was al eerder vastgesteld, voordat de werknemer ziek werd.
DAF boekte 29 vakantiedagen af van het saldo van de werknemer.
De werknemer eist dat deze afboeking ongedaan wordt gemaakt en dat de dagen alsnog worden uitbetaald, onder verwijzing naar artikel 7:638 lid 8 BW.

Artikel 7:638 lid 8 BW:
Dagen waarop de werknemer tijdens een vastgestelde vakantie ziek is, gelden niet als vakantie, tenzij de werknemer daarmee instemt.
In afwijking hiervan kan bij schriftelijke overeenkomst worden bepaald dat ziektedagen als vakantie gelden, tot ten hoogste het aantal boven het minimum overeengekomen vakantiedagen.

Uitspraak Hoge Raad:
De Hoge Raad maakt onderscheid tussen het opnemen van vakantie tijdens ziekte en het verrekenen van ziektedagen met vakantiedagen.
Voor het opnemen van vakantie tijdens ziekte geldt dat dit alleen mogelijk is als de zieke werknemer re-integratieverplichtingen heeft.
Het verrekenen van ziektedagen met vakantiedagen, zoals in deze zaak, is mogelijk voor zowel werknemers die wel als die geen vakantie kunnen opnemen.
De Hoge Raad stelt dat de werknemer expliciet en gericht moet instemmen met het afboeken van vakantiedagen telkens wanneer de omstandigheid die aanleiding geeft tot het verzuim zich feitelijk voordoet.
Het feit dat de werknemer voorafgaand aan zijn vakantie aan de bedrijfsarts en leidinggevende kenbaar heeft gemaakt dat hij nog met vakantie wil gaan, is niet voldoende om instemming aan te nemen.

Afwijking bij CAO:
Het hof had geoordeeld dat een cao niet geldt als ‘schriftelijke overeenkomst’ in de zin van artikel 7:638 lid 8 BW.
De Hoge Raad wijkt hier vanaf en stelt dat uit de parlementaire geschiedenis blijkt dat een cao wel onder ‘schriftelijke overeenkomst’ valt.

Conclusie:
Het afboeken van vakantiedagen van een zieke werknemer die op vakantie gaat, kan alleen met uitdrukkelijke en gerichte instemming van de werknemer.
Een cao kan gelden als ‘schriftelijke overeenkomst’ volgens artikel 7:638 lid 8 BW.
De Hoge Raad vernietigt de eerdere uitspraak en verwijst de zaak.
Doet zich een soortgelijke situatie voor in je eigen bedrijf? Neem dan zeker even contact met ons op, we helpen je graag verder.